Zojuist kwam ik dit artikel tegen: Service Design for the Internet of Things era. Het legt uit waarom diensten belangrijker worden in digitale omgevingen. Kortweg: waarom de brand-utility relevant is.
Een zinnetje daarin inspireerde me: “Ford aren’t just selling a car, they are selling a driving experience.”
Uiteraard is dit geen grote ogenopener. Maar toch is de “verkoop je boormachines of gaten in de muur”-analogie een goede in dit kader.
Want eigenlijk is dat het belangrijkste verschil tussen het ‘reguliere denken’ en dat van de brand-utility / service-design: denk je in oorzaak of denk je in gevolg?
Als je in auto’s denkt (oorzaak) dan is al het aanvullende eigenlijk verkooppraat. Je gebruikt het als aankleding. Het lukt nooit om een echte goede brand-utility te ontwikkelen.
Als je in auto-ervaringen (gevolg) denkt, dan is alles aanvullend op het kernproduct net zo belangrijk als het onderwerp zelf.
Ofwel, je gooit alles dat tot de oplossing leidt bij elkaar. Sommige dingen verkoop je daarvan, andere dingen geef je weg. Sommige dingen vallen op en creëren aandacht, andere dingen zijn puur functioneel en creëren financiële waarde. Maar het is allemaal een cruciaal stukjes van de puzzel, zonder ‘de aankleding’ kan de oplossing niet worden bereikt. Een goede brand-utility is elementair.
Nog zo'n mooie vond ik: "You don't sell the steak, you sell the sizzle"
Zelfde laken een pak… maar dan ben je niet een oplossing voor honger aan het verkopen, of een aantal calorieën – maar de reden waarom mensen buitenshuis gaan eten – de ambiance, de sfeer, het gevoel dat iets speciaal is…..
Leuk! Geldt de ene misschien meer voor 'nut' (oplossing) en de andere meer voor de 'affectie' (ervaring)?