Recentelijk reed ik met mijn neefje van bijna drie door de stad. “Kijk! Trein!” schreeuwde hij.
Ik probeerde hem uit te leggen dat het een tram was. En moest me concentreren. Hoe leg ik dat uit? “Een tram rijdt alleen in de stad,” probeerde ik op het moment dat we onder een spoorwegviaduct reden. “Een tram is wat kleiner.” ….ehm… “Een tram is…”
Het werd moeilijk. Mijn neefje was al volop met andere dingen bezig.
Dus ik besloot te stoppen. Bij de volgende trein zei ik “trein”, bij de volgende tram “tram”.
En dat was het. Hij zag het en snapte het. Zonder de voorwaarden of de verbanden te kennen.
Zo is het net met innovatieve concepten. Je kunt met woorden proberen te omschrijven wat het is. Daar heb je meestal veel tekst voor nodig. En die maken het sneller ingewikkeld dan eenvoudig. Zeker als je het daarna nog aan een consumentenpanel moet presenteren.
Je kunt het veel beter laten zien. Dan kun je best discussiëren of de tram langer, breder of een andere kleur moet hebben. Maar iedereen snapt het concept.
Vandaar dat prototypes zo belangrijk zijn. De beste Powerpoint-presentatie is daarom een voorwerp. Het voorwerp vertelt het verhaal. De presentatie is hoogstens een toelichting: “Als je ze zo naast elkaar zie, zie je dat de tram wat korter is.”