De term ‘big idea’ kende een aantal jaren geleden flink wat populariteit. Zeker met de opkomst van crossmedia. De gedachte is dat een merkconcept een langere periode op allerlei verschillende media ingezet kan worden.
Tegenwoordig staat het fenomeen wat ter discussie. Vaker gaan stemmen op dat Big Ideas wat geforceerd en dogmatisch worden. Dat het beter is per middel met scherpe acties te komen: scherpe, kortstondige speldenprikken in plaats van grote, geintegreerde ‘platformen’.
Russell Davies heeft een uitgebreid betoog geschreven over het Big Idea. Interessant vind ik vooral dit stukje, omdat hij hiermee een brug slaat tussen beide benaderingen. Hij combineert de spontane, natuurlijke ‘flow’ van de laatste met de visie van de eerste.
“1. Starting doing stuff. Start executing things which seem right. Do it quickly and do it often. Don’t cling onto anything, good or bad. Don’t repeat much. Take what was good and do it differently.
2. Look for the patterns that emerge. Look for the phrases that people use to describe what you/they are doing. Collect the things that seem to work as summaries. Notice them, put them in a drawer, don’t turn them into CI guidelines.
3. Try not to write too much down. Manage the brand through conversation and impressionistic media – videos, stories, images, heroes. Not through mandates, best practise or benchmarking.
4. Don’t be media neutral. Favour the things that are rich with experience and texture – events, retail, social media, film. And relegate the things that are thin and specific. Because the rich stuff is more likely to help you move forward.
5. And something else and something else.”