Nuttige marketing: een vlucht zonder huilende kinderen

Leestijd: < 1 minuut

Regelmatig zet ik het op een virtueel tegeltje: het leuke van nuttige marketing – ‘brand utilities’ – is dat het heel eenvoudig kan zijn. In deze eenvoud kan een merk toch zowel opvallen als z’n waardepropositie verbeteren.

Een leuk voorbeeld vind ik van Malaysia Airlines. Dat valt op met een eenvoudige maatregel die veel reizigers op lange vluchten zullen waarderen: op het bovenste Economydek kunnen geen meer reizigers inchecken met kinderen onder de 12 jaar. Als zij een stoel kiezen, worden deze stoelen simpelweg niet getoond.

Uiteraard is dit niet zonder controverse. Maar ik vind het een prima idee om met een eenvoudige maatregel de reiservaring van een hoop reizigers te verbeteren. Een goed voorbeeld van minder is meer ;).

Bron: MSN.nz

Winkel combineert als eerste echt en virtueel winkelen

Leestijd: < 1 minuut

In Zuid-Korea is ’s werelds eerste virtuele winkel geopend. Alle schappen zijn vervangen door schermen. Klanten kunnen de producten uitkiezen door op het scherm te drukken.

Bij de uitgang staan de producten op hen te wachten, ingepakt en wel.

Eerder konden metroreizigers al hun boodschappen bestellen door QR-codes te scannen van producten op de muur.

Een mooi voorbeeld hoe service-principes marketing nuttig en opvallend kunnen maken.

Bron: Reality POD, via Jaap Bosman.

Interessant artikel: de brand-utility gerelativeerd

Leestijd: 2 minuten


Vanochtend werd ik getipt op het artikel van Martin Weigel. Hij is hoofd-planning van Wieden & Kennedy Amsterdam. Hij schreef een artikel waarin hij het enthousiasme voor de brand-utility relativeert.
Het is een interessant stuk om te lezen.

In essentie stelt Weigel dat mensen niet alleen dingen nodig hebben die nuttig zijn, maar ook dingen die de verbeelding prikkelen. Daarin heeft hij uiteraard gelijk.

Verder stelt hij dat veel brand-utilities, waaronder bekende succescase als Twelpforce van BestBuy en Nike+, vooral indirect mensen bereiken, bijvoorbeeld door middel van reclame, buzz of PR. Ook dat klopt uiteraard.
Maar daarmee heb ik wel het gevoel dat de twee stellingen elkaar een beetje onderuit halen. Want doordat een brand-utility niet alleen een direct bereik heeft – mensen die de dienst gebruiken, maar ook indirect – mensen die geïnspireerd worden doordat een merk iets innovatiefs doen, laat hij zien dat een brand-utility niet alleen een instrumenteel ding is. Een goede brand-utility inspireert ook.

Het is vergelijkbaar met de Rolls Roys-dienst die je gestrande auto uit de woestijn haalt. Ik heb hem nog nooit gebruikt, hij is niet eens nuttig voor mij, maar toch spreek hij tot mijn verbeelding. Goede nut blijft niet bij nut en krijgt een emotionele laag.

Natuurlijk is Rolls Roys een extreem voorbeeld. Maar dat illustreert wat mij betreft precies het paarse element dat een goede brand-utility nodig heeft. Het moet wat vervreemdend en verrassend zijn. Anders is het ‘ouderwetse Philips’ nut: wel nuttig, maar weinig opvallend of inspirerend.

Een brand-utility is misschien een beetje als een ‘niet goed, geld terug’-service. Ik gebruik ‘m bijna nooit, maar vindt het wel bijzonder relevant dat die er is. En hoe vervreemdender die is – we komen je artikel dag en nacht ophalen – hoe inspirerender die wordt.

Lees het artikel: The Enduring Power Of Stuff That Isn’t Useful And Why ‘Utility’ Will Not Overthrow Magic.

Met dank aan Philip en Hugo.

Vier technologieën die brand-utilities helpen

Leestijd: < 1 minuut

Dit is een interessant artikel van Frog Design over de wijze waarop ICT marketing dienstbaarder maakt.

Het stelt dat vier factoren de potentie van brand-utilities vergroten.

1. Microprocessors
2. Sensors
3. Wireless connectivity
4. Databases

Lees het artikel op Harvard Business Review: The Four Technologies You Need to Be Working With.