Onderzoek: merken ook steeds belangrijker voor B2B

Leestijd: 3 minuten

Natuurlijk ben ik een slager. Dus logischerwijs zie ik overal mensen worst eten. Maar de terugkeer van het merk in het digitale marketingdenken blijft onmiskenbaar zichtbaar. Ook al kijk ik naar de wereld als merkstrateeg.

In mijn boek Sterk Digitaal Merk liet ik zien dat merkdenken sinds 2020 steevast in de top 3 van CMO’s staat. Dit terwijl het de jaren daarvoor ergens onderaan de lijst bungelde.

Meer merk, minder lead-generation

Een nieuw onderzoek van Dentsu pakt door op deze ontwikkeling. Het beschrijft dat merken ook steeds belangrijker worden voor B2B-marketing. En ook hier speelt het herstellen van de balans tussen de lange en korte termijn een grote rol.

Want volgens het rapport ligt lead-generation steeds meer onder vuur. In 2021 zetten B2B-marketeers deze taak op plek 3. Nu is deze gedaald naar nummer 7. Tegelijkertijd is het vergroten van merkbekendheid van plek 6 naar de nummer 1-positie gesprongen (!). B2B-marketeers richten zich vandaag nadrukkelijk op het begin van de aankoop-funnel.

Ook keert een andere disbalans terug: bijna driekwart (71%) van de B2B-marketeers denkt goed te promoten wat hun merk bijzonder maakt. Maar meer dan tweederde (68%) van hun kopers vindt dat B2B-merken allemaal een pot nat zijn. Dit is een toename van de ‘Sea of Sameness’ van 8 procent sinds 2021.

Het is belangrijker een thoughtleader te zijn.

Het onderzoek suggereert dat B2B-merken zichzelf nadrukkelijker als thought-leader moeten positioneren. Vorig jaar stond dit aspect op plek 20, nu staat het ineens op nummer 3. En ook hier lopen zaken scheef. Slechts 26% van de B2B-merken wordt door kopers hoog beoordeeld op hun thought-leadership. Dit is een afname ten opzichte van 2022. De onderzoekers denken dan ook dat hier een grote kans zit voor B2B-merken.

Goed werkgeverschap is belangrijk voor B2B-kopers.

Veel bedrijven zien inmiddels het belang van een sterk werkgeversmerk in. Maar dit is niet alleen belangrijk richting talent. Ook B2B-kopers kijken kritisch of een merk een goede werkgever is. Want als een bedrijf goed is voor z’n mensen, voelt het betrouwbaar. Dit blijkt zelfs de op één na belangrijkste aankoopfactor op dit moment.

Het allerbelangrijkste voor zakelijke kopers is dat ze zich veilig voelen om iets te kopen: ze willen zeker weten dat het goed zit. En ze willen dat het makkelijk is om hun collega’s van hun keuze te overtuigen. Daarom is het voor hen belangrijk dat het merk al eerder goed werk heeft geleverd.

Het moment van de magische ommekeer.

Het bovenstaande wordt door onderzoekers van LinkedIn’s B2B Institute ook wel ‘de ommekeer’ genoemd: het ‘magische moment’ waarop B2B-bedrijven zich realiseren dat merkmarketing veel meer financiële waarde creëert dan performance marketing. B2B CMO’s realiseren zich dan dat ze ten minste 51% van hun budget aan ‘top-of-funnel-activiteiten’ moeten besteden.

Dit is een lang verhaal kort.

Kortom: de allerbelangrijkste conclusie uit het onderzoek is dat B2B-kopers zich veilig voelen. Ze willen zeker weten dat ze de juiste keuze maken. En dat ze hun collega’s hier makkelijk van kunnen overtuigen. B2B-bedrijven moeten daarom meer aandacht besteden aan hun merk. Een sterk merk zorgt immers voor een betere reputatie. En goede reputaties zijn cruciaal voor veilige aankoopkeuzes. Zeker als deze groot, complex of abstract zijn.

B2B-merken moeten daarom duidelijk laten zien wie ze zijn, waar ze voor staan en wat hen onderscheidt. Verder is het belangrijk dat ze een expertpositie in de markt creëren. Plus ze moeten benadrukken dat ze zich inzetten voor hun mensen, want correct werkgeverschap zorgt voor betrouwbaarheid richting kopers. Als laatste moeten ze bewijzen dat ze goed werk hebben verricht voor eerdere opdrachtgevers: resultaten uit het verleden bieden garanties voor de toekomst.

Bron: Marketingweek

Marktaandeel maakt minder uit voor digitale merken

Leestijd: 4 minuten

Iedereen die iets van merken weet, heeft inmiddels een paar basisregels op z’n tegeltje staan. Eén ervan is dat merken met een hoge marktpenetratie het dubbel goed hebben: ze trekken meer klanten aan dan kleine merken. En hun klanten komen vaker bij hen terug. Dus als je marktaandeel groter wordt, verbetert je resultaat.

Ook op andere vlakken zijn er dergelijke correlaties. Bedrijven met een groter marktaandeel maken bijvoorbeeld meer winst.

1. Grotere bedrijven werken vaak efficiënter. Want ze profiteren van schaalvoordelen, leercurven en toetredingsdrempels.

2. Grote bedrijven hebben meer marktmacht en daardoor een betere onderhandelingspositie.

3. Klanten denken vaak dat producten van grote, bekende bedrijven beter van kwaliteit zijn.

In die lijn schreef ik een paar jaar geleden in een artikel dat digitalisering dit effect verder versterkt. Grote spelers hebben in het digitale landschap meer bereik, meer autoriteit, meer data, betere AI en profiteren meer van het netwerkeffect. Daardoor maken grote digitale merken meer winst, zo was de conclusie.

Minder winstvoordeel voor grote digitale bedrijven.

Maar nu stellen Belgische en Duitse onderzoekers in Harvard Business Review dat digitalisering de correlatie tussen grootte en resultaat juist vermindert. Ze keken naar de cijfers van 824 Amerikaanse bedrijven over 25 jaar. En ze onderzochten hoe gedigitaliseerd deze bedrijven waren.

Wat bleek? Marktaandeel is nog steeds belangrijk voor winst. Maar het effect wordt minder sterk als bedrijven digitaler werken. Voor sterk gedigitaliseerde bedrijven levert een groter marktaandeel minder extra winst op.

Hoe komt dit?

1. In het digitale landschap kunnen kleine merken efficiencywinsten behalen die voorheen waren voorbehouden aan de grotere spelers.

Digitale automatisering is bijvoorbeeld breed beschikbaar geworden. Via SAAS-oplossingen, denk aan Salesforce voor klantsystemen of ChatGPT voor AI, kunnen ook kleine bedrijven direct profiteren van geavanceerde innovaties.

En dankzij online dienstverleners als Amazon, Shopify en Instagram kunnen kleine merken makkelijk wereldwijd adverteren, verkopen en producten verzenden. Ze kunnen goed processen outsourcen, bijvoorbeeld aan personeel in lage lonen landen. En door de fijnmazige targeting-opties van digitale advertentiekanalen kunnen ze hun klanten efficiënter bereiken.

2. Door de digitalisering verdwijnen allerlei toetredingsbarrières. Zo is er een veel grotere prijstransparantie. Grotere groepen aanbieders en vragers worden aan elkaar verbonden. En ook kleine merken kunnen nu wereldwijd adverteren. De beste of goedkoopste optie komt daardoor sneller naar boven. Zo kunnen kleine spelers rechtstreeks concurreren met marktleiders.

3. Digitalisering heeft de beschikbaarheid van informatie sterk verbeterd. Klanten hoeven niet langer te vertrouwen op het marktaandeel van een merk als het signaal voor de kwaliteit, stellen de onderzoekers. Ze kunnen makkelijk online beoordelingen van kleine merken vinden en die vergelijken met die van de grote.

Als voorbeeld noemen ze het schoenenmerk Allbirds. Dat verkoopt de “meest comfortabele schoenen ter wereld”. Het heeft veel online beoordelingen die deze claim onderbouwen. Dit zorgt voor een hoge kwaliteitsperceptie, ondanks een lager marktaandeel.

Dit heeft fundamentele gevolgen.

Dit alles betekent een flinke verandering in de correlatie tussen grootte en resultaat. Stel dat een bedrijf z’n marktaandeel met 1% vergroot. Een weinig gedigitaliseerd bedrijf zou dan 0,26% meer winst maken. Maar een sterk gedigitaliseerd bedrijf maakt maar 0,15% meer winst. Dat is bijna de helft minder (!).

Met andere woorden, investeerders die vertrouwen op de klassieke relatie tussen marktaandeel en winstpotentie, kunnen er bijna 50% naast zitten als ze geen rekening houden met het digitale gehalte van het merk.

Voor kleine bedrijven is digitalisering daarmee goed nieuws, schrijven de onderzoekers. Ze kunnen hun achterstand op grote bedrijven makkelijker inhalen. De onderzoekers zagen dan ook dat kleine bedrijven relatief winstgevender waren in digitale omgevingen. Maar hoewel dit verschil kleiner is geworden, verdienden ze nog steeds minder dan grote bedrijven.

Toch zijn er ook op dit verhaal nuances te maken.

Maar de werkelijkheid is weerbarstig. Dus ook op het bovenstaande zijn aanvullingen en uitzonderingen te maken.

Eerst de aanvullingen: de eerste is interessant voor merkstrategen. De onderzoekers zagen dat de relatie tussen marktaandeel en winstgevendheid aanzienlijk kleiner is voor bedrijven die meer nadruk leggen op het toe-eigenen van waarde (lees: hun onderscheid ligt vooral in de reclame die ze maken) dan waardecreatie (bedrijven die zich onderscheiden met hun R&D). Dit komt doordat dankzij digitalisering ook kleine bedrijven efficiënt reclame kunnen maken. Bijvoorbeeld omdat ze hun boodschappen nauwkeuriger kunnen richten op niche-influencers en toegewijde volgers.

De correlatie tussen marktaandeel en winst is ook minder groot voor B2B-bedrijven. Daar zijn aankoopprocessen grondiger, waardoor kleine bedrijven met een sterke online aanwezigheid vaker opduiken naast hun grote rivalen. Ook zijn kleinere bedrijven meer gefocust en wendbaar in hun aanbod en werkwijze, ten opzichte van grote, tragere concurrenten.

Dan de uitzonderingen: de correlatie tussen marktaandeel en winst is digitaal juist sterker voor bedrijven gericht op klantcontact (bijvoorbeeld CRM-systemen) in plaats van interne processen (bijvoorbeeld boekhoudsoftware). En voor bedrijven die een digitaal B2C-platform runnen (denk aan online marktplaatsen). Want digitaal versterkt hun mogelijkheden om grote hoeveelheden klantgegevens te verzamelen. Hun hoge merkbekendheid zorgt ervoor dat positieve mond-tot-mondreclame, recensies en beoordelingen online makkelijker zijn te genereren. En de grote partijen profiteren van positieve netwerkeffecten.

Wat betekent dit allemaal?

De conclusie: het marktaandeel is nog steeds een belangrijke indicator voor het succes of de winstgevendheid van een merk. Maar het wordt minder belangrijk naarmate markten digitaler worden. Dit geldt vooral als de merken in deze markten geen online platform hebben of zich minder onderscheiden met hun klantcontact. Voor kleine bedrijven biedt digitalisering daarmee juist een kans om het verschil met grote bedrijven te verkleinen.

De conclusie van het onderzoek is daarmee logisch: alleen maar streven naar een groter marktaandeel is niet genoeg. Slim gebruik van digitale technologie voor de verbetering van het product of het proces wordt steeds belangrijker, ook voor de winstgevendheid.

Bron: Harvard Business Review