Leestijd: 2 minutenGisteren zag ik een aflevering van The Code van de BBC. De driedelige serie laat zien hoe wiskundige principes aanwezig zijn in het dagelijkse leven.
De tweede aflevering ging onder meer over de wijze waarop de natuur is opgebouwd. Natuurlijke fenomenen maken veelvuldig gebruik van fractals. Een fractal is geometrische vorm die zichzelf steeds herhaalt. Het grote totaal is net zo opgebouwd als het kleinste deel.
Een boom is hier een goed voorbeeld van: een klein takje is hetzelfde opgebouwd als de boom zelf. Doordat de natuur deze eenvoudige principes consequent toepast – bij een boom is het principe simpelweg dat een deel zich na enige tijd vertakt in twee delen – zijn op een hele efficiënte manier complexe objecten te creëren.
Mensen hebben een intuïtieve waardering voor dergelijke mechanismes, het zit in onze natuur, zo gezegd. De abstracte schilderijen van Jackson Pollock hadden een tijd een onverklaarbare aantrekkingskracht. Totdat werd ontdekt dat hij gebruik maakte van fractals. De schilderingen blijven dezelfde opbouw volgen, ook als je er op inzoomt. Hier een zelfgemaakt voorbeeld: telkens heb ik een klein stukje van hetzelfde Pollock-schilderij uitvergroot.
Geïnspireerd door de documentaire bedacht ik me dat deze principes ook toepasbaar zijn op marketing. Want in essentie probeert hedendaagse marketing ook fractals te maken.
Grote merken proberen zich te gedragen als de kleinste organismes, zoals mensen. En idealiter blijft een organisatie deze mechanismes consequent toepassen, hoever je er ook op inzoomt. Het bedrijf, de merken, de afdelingen en de werknemers gedragen zich consequent volgen dezelfde menselijk principes: open, warm, eerlijk en betrokken.
Waarschijnlijk is het zo dat hoe consequenter een bedrijf deze simpele, menselijke principes toepast, hoe harmonieuzer het totale patroon wordt en hoe natuurlijk het voor klanten voelt.
Uiteraard is dit alles niet nieuw. Maar de documentaire heeft me wel aan het denken gezet of we deze principes inderdaad consequent genoeg toepassen. Is er überhaupt nog wel een verschil te maken tussen merkmodellen, consumentenmodellen en organisatiemodellen? Of zijn de achterliggende principes eigenlijk verduveld eenvoudig, net als die van de boom?