Brand Utility: van klanten naar abonnees

Leestijd: 2 minuten

Vandaag werd ik gebeld door mijn bank. Of we even konden bijpraten. Nu heb ik beleefd gevraagd of dit ook telefonisch kon. Zo’n gesprek heeft voor mij weinig toegevoegde waarde, zo leerde ervaring eerder. Hoe vriendelijk het ook was bedoeld.

Kortom: de bank heeft moeite continuïteit in de relatie te brengen.

Nu ben ik ben fan van de ‘marketing als service’-benadering. De brand-utility is hier een voorbeeld van.

Interessant hierbij is dat functionaliteit de vorm krijgt van een promotie. En zo’n promotie heeft meestal een hogere frequentie dan de aankoop van een product.

Vergelijk: een Nike+ koop je 1 keer. Maar je logt veel vaker in op de Nike+ site om gebruik te maken van de aanvullende functionaliteit die wordt aangeboden. Bijvoorbeeld om te zien hoe hard anderen rennen.

En zo is het net met de iPhone. Eenmaal koop je een product, regelmatig koop je een app.

Joseph Pine stelde dat je voor een goede ervaring geld kunt vragen. En zo is het net bij een branded utility: als het goed is, voegt deze waarde toe. En als deze waarde toevoegt, zijn mensen bereid ervoor te betalen.

Nu is het meestal handiger in plaats van geld aandacht te vragen. Daarmee creëer je immers een efficiënt promotie-instrument. Consumenten komen nu op jou af, omdat ze er iets van waarde voor terugkrijgen.

Maar natuurlijk kun je ook gewoon geld vragen voor een dergelijke dienst. Zoals bijvoorbeeld Apple doet.

Interessant is dan dat je door de hogere frequentie een ander soort relatie met een klant krijgt. Een klant wordt een soort abonnee. Het is vergelijkbaar met het Gillette-model. Eén keer koop je een printer, regelmatig koop je inkt.

Een relevante vraag is daarom de volgende: wat moet je met je merk doen om van klanten abonnees te maken? Welke terugkerende handigheid moet je bieden, zodat je niet na een aankoop in radiostilte vervalt?

Een leuke oefening voor de volgende brainstorm.

Bron: 180360720 / Seth Godin.

iPhone Aapjes

Leestijd: < 1 minuut

Merken zijn soms net aapjes. En aapjes doen elkaar na.

Dat dat niet perse slecht is, laat de iPhone zien.

Het heeft een GPS en laat derden Apps ontwikkelen. 1 en 1 is 2. En twee is in dit geval een App waarmee je iets kunt vinden. Of gevonden kunt worden.

Charmin, een merktoiletpapier in de Verenigde Staten, maakt een overzicht van openbare toiletten. Deze kun je waarderen. ING vertelt welke pinapparaten in de buurt zijn. Verzekeraar Nationwide Insurance weet waar je bent na een ongeluk. En Nike verzamelt de beste hardlooproutes met Nike+.

Adidas komt nu met een hippe variant om z’n straatwaardigheid te vergroten: de Urban Art Guide.

Deze App toert langs de beste graffiti’s in Berlijn. Je krijgt behalve hun locaties ook de foto’s. Uiteraard kun je ze een waardering geven of van commentaar voorzien.

Als je overigens meer hippe spots wil ontdekken, check dan New Breeders. Het verzamelt locaties voor action-sports. Niet van een merk, wel met iPhone App.

Bron: Dan Pankraz Vs Youth

Innovatie is geen innovatie

Leestijd: < 1 minuut

Vanochtend gaf ik een workshop. Deze was met het enthousiaste team van CCCP.

Een bekende discussie ontstond: hoe verkoop je innovatieve benaderingen aan een klant? Die gaat immers snel voor het gebaande pad.

Samengevat is mijn ervaring dat innovatie een ‘out-of-the-box’-oplossing suggereert. En dat is vreemd, gek, anders en dus eng.

Echter, innovatie is niets anders dan kijken naar de basis – wat wil je doen? – en daarna kijken of je dat misschien wat beter of vollediger kunt doen.

Voorbeeld: Nike helpt je beter te sporten. Dat kan met goede schoenen. En met opzwepende muziek. Met Nike+ begeeft het zich misschien in een wat andere categorie. Maar dat deed het ook toen het in snowboarden stapte. En dat was nou niet echt out-of-the-box.

Ofwel, innovatie is meestal ‘business as usual’.

De uitdaging is daarmee om uit te leggen waarom een idee elementair bij een merk past. Ook al komt deze op het eerste gezicht uit een vreemde hoek.

Als die link niet uitgelegd kan worden, en het out-of-the-box blijft, durf ik de stelling aan dat in 99% van de gevallen het idee niet klopt. 1% briljante distributieve innovaties daargelaten.